Arie van Meerkerk (1923-2017)

 

Arie van Meerkerk werd geboren in Streefkerk in de Alblasserwaard op 23 maart 1923. Zijn ouders waren Aart van Meerkerk (1890-1975) en Dirkje Dina Molenaar (1897-1988).

De voorvaderen van Aart van Meerkerk waren schoenmakers en nog langer daarvoor smeden, het zijn beroepen die kenmerkend voor hen lijken te zijn: alleen werken zonder al te veel met anderen te hoeven samenwerken.

 

Op onderstaande foto is Arie 6 maanden oud.

Bijzonder is dat er een foto bestaat waarop hij als baby wordt vastgehouden door zijn overgrootvader Bastiaan Molenaar (1845-1928):

Bastiaan Molenaar (1845-1928) met Arie van Meerkerk
Bastiaan Molenaar (1845-1928) met Arie van Meerkerk

Toen Arie ongeveer een jaar oud was, verhuisde het gezin naar Nieuw-Lekkerland. Aanvankelijk naar een afbraakwoning, maar vrij kort daarna gingen ze wonen op de Middelweg B511, later werd het nummer Middelweg 11. Op de ansichtkaart hieronder is dit huis te zien (onder het kruisje) en de jongen midden op de foto met de stropdas is Arie van Meerkerk.

Op onderstaande foto staat hij rechts met in het midden zijn zus Christina Hendrica. 

De foto is uit omstreeks 1930
De foto is uit omstreeks 1930

Als kind had Arie heel goede contacten met zijn tante Heintje Molenaar (1899-1973) die toen in Vogelenzang woonde. Vaak logeerde hij daar in de zomer en hij bezocht met deze tante de Wereldjamboree van de padvinderij in Vogelenzang in 1937. Om de toegangskosten uit te sparen, kroop deze onconventionele tante met haar neefje onder het prikkeldraad door. Deze samenkomst van tienduizenden jongeren van over de hele wereld maakte een onuitwisbare indruk.

Heintje Molenaar (1899-1973), de tante van Arie van Meerkerk
Heintje Molenaar (1899-1973), de tante van Arie van Meerkerk

Zijn vader was bestuurslid van de Coöperatieve Brandstoffenvereniging "Draagt elkanders lasten". Deze coöperatie had een grote lening ontvangen van Arnoldus den Boer, directeur van de betonfabriek in Nieuw-Lekkerland. Toen Arie 7 of 8 jaar oud was, moest hij de jaarlijkse rente en aflossing gaan afdragen aan deze mijnheer Arnoldus den Boer. Met schrik in de benen ging hij bij de villa van Arnoldus den Boer aan de Lekdijk 144 de trap op om het geld af te leveren. Hij wist toen nog niet dat zo'n 20 jaar later deze Arnoldus den Boer zijn schoonvader zou worden omdat hij in 1953 trouwde met de jongste dochter van Arnoldus.

 

Na zes klassen lagere school volgde Arie de MULO in Alblasserdam.

Arie van Meerkerk omstreeks 1939
Arie van Meerkerk omstreeks 1939

Vanaf 1939 heeft hij gedurende een jaar de avondopleiding scheepsbouwkunde gevolgd aan de MTS op de Lijnbaanstraat 55 in Rotterdam. Hiervoor fietste hij van Nieuw-Lekkerland naar Rotterdam en terug. Nadat de school bij het bombardement op 14 mei 1940 was vernield, moest hij stoppen met deze opleiding.

 

Op 1 augustus 1941 kon hij beginnen als scheepstekenaar bij de scheepswerf J&K Smit in Kinderdijk waar zijn vader Aart van Meerkerk als metaalbewerker aan een steekbank werkte. Wat voor Arie pleitte, was dat hij op de MULO heel hoge examencijfers had voor rekenen, algebra en meetkunde. De chef tekenkamer, de directe chef van Arie, was Jan Vermeulen die deze functie al op 19-jarige leeftijd had gekregen.

Vermeulen zorgde ervoor dat Arie als leerling geplaatst werd onder de hoede van Ir. J. Molenaar, die in Delft scheepsbouwkunde had gestudeerd. Op de eerste dag moest Arie een luikhoofd tekenen, maar op dat moment had Arie nog geen idee wat een luikhoofd was.

Ir. Molenaar heeft ook privéles gegeven aan Arie. Hij kreeg van Molenaar het boek “Theoretische scheepsbouw”, dat zich nu in het Maritiem Museum in Rotterdam bevindt.

Tijdens de oorlog werkte J&K Smit veel voor de Duitse Kriegsmarine waardoor er geen direct gevaar was voor Arie en zijn vader om in Duitsland tewerkgesteld te worden. Door sabotage (waarschijnlijk een opzettelijke rekenfout) is wel een keer een boot die voor de Duitsers was bedoeld, direct na de tewaterlating gekapseisd en gezonken.

 

Tijdens de Hongerwinter was het voor Arie te gevaarlijk om op hongertochten mee te gaan. Arie had zelfs thuis een houten koffer klaarstaan met een pyjama en andere benodigdheden voor het geval hij bij een razzia zou worden opgepakt:

Houten kist die klaarstond in geval van een razzia. Dat bij het adres "HoLLAND" vermeld staat, doet vermoeden dat er rekening mee werd gehouden dat de eindbestemming in het buitenland kon liggen.
Houten kist die klaarstond in geval van een razzia. Dat bij het adres "HoLLAND" vermeld staat, doet vermoeden dat er rekening mee werd gehouden dat de eindbestemming in het buitenland kon liggen.

Arie had zich moeten melden in Dordrecht voor de selectie voor werk in Duitsland. Hij was daar echter niet heengegaan en bleef thuis, min of meer ondergedoken. In kleine dorpen zoals Nieuw-Lekkerland was de kans op razzia's minder groot en hij kwam inderdaad veilig de oorlog door.

Arie van Meerkerk was bevriend met Cor Valk en deze vriendschap heeft geduurd tot het overlijden van Cor. Hieronder is een foto te zien waarbij Arie kort na de oorlog op een kano zit op het Achterwaterschap bij Nieuw-Lekkerland. Het lijkt alsof hij stoer whisky drinkt, maar hij verzekerde dat het echt limonade was dat hij dronk. Dat is ook wel waarschijnlijk omdat whisky in die tijd niet makkelijk verkrijgbaar en duur was. De foto is gemaakt door Cor Valk die hobbyfotograaf was.

Arie van Meerkerk in een kano op het Achterwaterschap bij Nieuw-Lekkerland, omstreeks 1947.
Arie van Meerkerk in een kano op het Achterwaterschap bij Nieuw-Lekkerland, omstreeks 1947.

Kort na de oorlog, tijdens de geldzuivering van Lieftink, ging Arie als jongste bediende achterop de motorfiets met zijn collega Teunis van Buren met 100.000 gulden op zak, naar Rotterdam om dit bedrag af te leveren bij de Nederlandsche Handel-Maatschappij (een voorloper van ABN). Het geld was afkomstig van schippers die hun reparaties op de werf van J&K Smit contant hadden betaald. Voor de bank in Rotterdam stonden soldaten op wacht voor de bewaking van het gebouw.

 

In 1945 deed Arie bij het PBNA een cursus scheepstekenaar. In 1946 werd hij, tot zijn pensioen in 1983, begrotingscalculator, lange tijd alleen van de scheepsmotoren, maar later van complete schepen. Waarschijnlijk lag dit beroep, waarbij het erom gaat heel nauwkeurig met bedragen om te gaan, hem veel beter dan het tekenen van schepen.

Als calculator bereken je zo nauwkeurig mogelijk de kosten van een te bouwen schip. Vervolgens bepaalt de directie van het bedrijf, afhankelijk van de omstandigheden, wat de prijs wordt waartegen het schip wordt aangeboden aan de klant. Toen Arie eens tegen de directie zei dat hij een schip “krap” had gecalculeerd, was het antwoord dat dit niet de bedoeling was: het is aan de directie om te bepalen of een “krappe” prijs wordt gevraagd aan de klant.

Kantoorpersoneel van J&K Smit in Kinderdijk; in het midden, direct achter de centrale figuur, Arie van Meerkerk. Omstreeks 1950.
Kantoorpersoneel van J&K Smit in Kinderdijk; in het midden, direct achter de centrale figuur, Arie van Meerkerk. Omstreeks 1950.

Opvallend was dat Arie vaak op zaterdag zware hoofdpijn had. Achteraf kan wel geconcludeerd worden dat het hier om weekendhoofdpijn of ontspanningshoofdpijn ging: de baan was toch behoorlijk stressvol en op de vrije zaterdag kwam dit naar boven. Een andere verklaring voor weekendhoofdpijn is de lagere consumptie van cafeïne in het weekend dan op werkdagen en (door later opstaan) ook op een later tijdstip in de ochtend. Dit zou achteraf heel makkelijk te genezen zijn geweest door op het werk minder koffie te drinken en op de zaterdag meer. Jammer dat dit in die tijd allemaal niet bekend was. Niet alleen Arie maar ook zijn gezin ondervond natuurlijk de nadelige effecten van de hoofdpijnaanvallen.

In het gezin vertelde hij tamelijk weinig over zijn werk bij J&K Smit in Kinderdijk, wel kon hij ineens zeggen "We hebben d'r weer een schuit bij". Dat betekende dat een klant een opdracht had gegeven voor de bouw van een schip, wat natuurlijk heel belangrijk was omdat dit weer vele duizenden uren werk bood.

Als kinderen zijn we bij enkele tewaterlatingen geweest, o.a. bij de sleepboot Zwarte Zee, die op dat moment de sterkste sleepboot ter wereld was. Deze sleepboot werd gedoopt door de jonge prinses Beatrix.

Ook nam Arie een keer een Zuid-Koreaan mee naar huis, die als vertegenwoordiger van een Koreaanse klant in Kinderdijk was. Als kind hadden we nog nooit een Koreaan gezien en we moesten er wel een beetje aan wennen.

In de periode van de "Koude Oorlog" leverde de werf schepen aan Rusland, dit was geen enkel punt van discussie, mede omdat de Russen erom bekend stonden dat ze betrouwbaar waren als het op betalen aankwam.

Als kinderen vonden we het maar gek als hij vertelde over de klant Jan de Nul uit België, we vonden dat natuurlijk maar een rare naam, maar we begrepen dat dit een zeer belangrijke klant was die soms in zijn Rolls Royce kwam voorrijden bij de werf in Kinderdijk.

 

De sleephopperzuiger Sanderus voor Jan de Nul die in 1968 bij J&K Smit  in Kinderdijk werd afgebouwd (met dank aan Maritiem Digitaal).
De sleephopperzuiger Sanderus voor Jan de Nul die in 1968 bij J&K Smit in Kinderdijk werd afgebouwd (met dank aan Maritiem Digitaal).

Arie had veel belangstelling voor de luchtvaart en kort na de oorlog nam hij de kans waar om samen met Cor Valk een trip met een vliegtuig te maken, de reis ging van Schiphol naar Beek in Limburg en weer terug. Hij vond het heel grappig als zijn zoontje Arnold, toen deze net leerde praten, de woorden vliegtuig en straaljager uitsprak als “pliegpluig” en “haawhawer”.

 

Arie wilde na de Tweede Wereldoorlog als vrijwilliger naar Nederlands-Indië. In de oorlog had hij jarenlang machteloos moeten toekijken en nu dacht hij de kans te hebben om zelf tegen onrecht te strijden. Hij werd echter in Dordrecht afgekeurd omdat zijn ogen te slecht waren.

Zijn vriend Cor Valk werd wel goedgekeurd, maar toen deze te horen kreeg dat hij niet naar Nederlands-Indië zou worden gestuurd maar in Nederland soldaten zou moeten opleiden, vroeg hij of hij zich nog kon terugtrekken. Dit was het geval.

Achteraf gaf Arie toe dat het geen goed idee geweest zou zijn om naar Nederlands-Indië te gaan.

 

Arie stond altijd open voor vernieuwingen in het bankwezen en hij opende al in 1949 een rekening bij de Postcheque- en Girodienst. Voor een particulier was het in die tijd zeker niet vanzelfsprekend om zo'n rekening te hebben maar in 1949 stortte hij zijn eerste 50 gulden en de rest van zijn leven hield hij het rekeningnummer 527803:

 

 

Ook was hij bij de eersten die girobetaalkaarten en een bankpasje gebruikten. Zelfs toen hij al meer dan 90 jaar oud was, wilde hij weten wat een IBAN-nummer inhield.

 

Tijdens de oorlog was Arie lid geworden van het Christelijk Gemengd Koor Omnia Cum Deo. Hier ontmoette hij zijn toekomstige vrouw, Marrigje Jeannette (Marrie) den Boer waarmee hij op 18 februari 1953 trouwde. Het zal voor hem als arbeiderskind niet makkelijk zijn geweest om te wennen aan zijn schoonfamilie, omdat Marrie de dochter van de betonfabrikant Arnoldus den Boer was. Wel kon hij zich direct na de watersnood verdienstelijk maken door te helpen bij het schoonmaken van de kelder van de villa van zijn schoonvader aan de Lekdijk die geheel onder water was gelopen en door de druk van het water was de deur aanvankelijk niet te openen.

 

Omstreeks deze tijd kreeg bij een leverontsteking (hepatitis) wat hem jarenlang verzwakt heeft.

 

In 1954 werd zoon Aart (Aad) geboren en in 1956 zoon Arnold Anthony.

 

In 1959 verhuisde het gezin van een huurwoning aan de Dorpslaan 133 in Nieuw-Lekkerland naar een splinternieuwe woning aan het Jan van Nassauplein 18. Deze woning kostte 20.000 gulden en Arie dacht dat het gezin daarom de eerste jaren erna niet meer op vakantie zou kunnen gaan. Door de snel stijgende welvaart in de jaren ’60 bleek dit allemaal erg mee te vallen. En toen het huis kort voor het overlijden van Arie verkocht moest worden, bleek de opbrengst meer dan 20 keer zo hoog als de aankoopprijs te zijn.

 

Onderstaande vakantiefoto is gemaakt op 31 juli 1962 in Rockanje waar in die tijd meer leden van de familie hun vakantie vierden. 

Vlnr. Marrigje Jeannette den Boer, Arnold Anthony, Aart en Arie van Meerkerk
Vlnr. Marrigje Jeannette den Boer, Arnold Anthony, Aart en Arie van Meerkerk

Er werd overnacht in pension Bevaart aan de Raadhuislaan 60, dat later pension Marcella ging heten. De eigenaar was kok geweest op de grote vaart en daardoor was het eten er prima.

 

Toen Arie zestig jaar was, kon hij gebruik maken van een regeling voor vervroegde uittreding waarna hij kon genieten van zijn hobby's. De belangrijkste hobby werd toen het verzamelen van postzegels, waarin hij vooral de laatste jaren van zijn leven met plezier vele uren heeft gestoken.

Arie is aan een aantal zaken heel lang trouw gebleven. In Alblasserdam was hij in 1951 medeoprichter van de aquariumvereniging “De Paradijsvis” en ook toen hij al lang zelf geen vissen meer hield, bleef hij toch nog gedurende vele jaren lid.

Ook van het koor Omnia Cum Deo bleef hij lid totdat het hem niet meer lukte om er met de fiets naartoe te gaan. Hij was toen al meer dan 65 jaar lid waarbij hij in 2008 erelid was geworden. 

Tijdens de oorlog werd in het gezin van zijn ouders al het illegale blad Trouw gelezen en tot het eind van zijn leven is hij abonnee gebleven van dit dagblad.

Arie van Meerkerk, ca. 2015
Arie van Meerkerk, ca. 2015

In 2014, toen hij 91 jaar oud was, moest hij opgenomen worden in het verpleeghuis Waerthove in Sliedrecht. Na een aantal maanden kreeg hij daar een prachtig eigen appartement van maar liefst 70 m2. Hier is hij op 7 maart 2017 overleden op 93-jarige leeftijd.

 

Voorschoten, 29 maart 2019.

Aad van Meerkerk

 

Vul voor vragen en opmerkingen onderstaand formulier in.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.